Loading...

Rijst met Rat

Ban Nungpraduk, 21 oktober 2017Jam is mijn verloofde. De meesten van jullie weten dat al, maar ik vind het leuk om het nog een keer te vertellen. Haar achternaam luidt Phootawet, maar volgens haar moet dat ooit ‘de Korte’ worden.

Ze ziet er apart uit en kan lekker koken. Bovendien is ze niet te flauw acht uur achter elkaar in de zinderende hitte op haar farm met een kapmes bananenbomen – die staan soms in de weg en er zijn er genoeg – omver te leggen. Wij zouden na drie minuten al flauwvallen, maar zij hakt hakt en gaat er helemaal voor. Ik snap nu ook hoe ze aan die spierballen komt en spreek haar tegenwoordig netjes met ‘Khun Meh’ (mama) aan.

Gelukkig blijft Jam af en toe thuis. Terwijl ik stukjes tik op mijn laptop, hoor ik op de achtergrond gezellig gerommel in de keuken; het andere domein van mijn verloofde. Houtskool in de vuurpot, vlammetje erbij, pan met olie erop plus de nodige ingrediënten in de juiste volgorde. Na ‘n kwartier is de Khao Pat Kai klaar; gebakken rijst met groenten en kip. Zoon Ray klapt de tafel in de woonkamer uit, zet de borden neer en even later zit het jonge gezinnetje te smullen. Toch blijft het curieus hoe Jam elke keer erin slaagt drie Michelin-sterren bij elkaar te koken in zo’n primitief keukentje.

Georganiseerde drijfjacht
‘Grrrr.. Waf waf…’ Collie, de huisdwergpincher, slaat aan. ‘A let!’ gilt Ray, terwijl hij opveert en naar de hoek van de woonkamer sprint waar de ziekteverspreider is gesignaleerd. Ook Jam gooit haar eetstokjes aan de kant, verandert in een jachtluipaard en de ‘hunt’ is nu officieel geopend. Om het trio niet voor de voeten te lopen, doe ik een paar passen opzij (tien om precies te zijn) en zie hoe wasmanden, kleren en mijn plastic stoeltje – nog net niet de ijskast – het veld moeten ruimen om de rat in het vizier te krijgen. Ray plus Jam schreeuwen, Collie gromt en rent met zijn neus over de grond van hot naar her. En ergens – ik zie ‘m niet, dus ergens – tijdens die georganiseerde drijfjacht, begint die arme rat te piepen alsof zijn laatste uur heeft geslagen. Maar ik weet al dat ‘uur’ ‘minuut’ moet zijn.

Fatale fout
De rat maakt namelijk een fatale fout; hij verlaat zijn schuilplaats, onder de ijskast. In pure paniek rent het zwarte beest (centimetertje of twintig) richting middengedeelte van de woonkamer en daar ligt – letterlijk – mijn verloofde op de loer. Benen gebogen, handen op de grond, de spieren tot het uiterste gespannen. Dan is hét moment daar. Ze lanceert zichzelf en duikt bovenop de rat. Met duim- en wijsvinger pakt de ervaren killer ‘m bij z’n nekvel, springt op en … smijt het dier keihard tegen de grond. Dood. Hartstikke. De rest mag Collie doen. Dat wil zeggen; het lijk tussen de tanden nemen en naar buiten dragen als een buideltje afval. Want een echte pincher haalt zijn neus op voor een rat.

Natuurlijk willen jullie bewijzen zien van deze huiselijke slachtpartij. Die heb ik niet. Het ging te snel, het was te heftig, mijn camera lag aan de oplader. Maar niet getreurd; er loopt hier elke dag wel een rat naar binnen en Jam is nog steeds in vorm. Misschien neem ik wel een paar fijne warme dameshandschoenen van rattenbont mee naar Nederland. Voor de liefhebber. Daar kan geen Anti Bont Klup tegen zijn.