Bandong Sawan, 15 oktober 2017 – Wiet – toepasselijke naam in de ‘Golden Triangle’, waar we niet zo gek ver vandaan zitten – is de pappa van Nan, een jaartje of 27 en van orgine meubelmaker. Maar hij klust ook regelmatig bij in de bouw en heeft, na een val van ‘n vijf meter hoge steiger, de linkerknie- en enkel gebroken.
Geen wonder dat Wiet nu op krukken rond strompelt, maar ondanks die blessure is hij druk met het timmeren van de nieuwe rijstschuur in de achtertuin van het familiehonk. Een rustige jongen, die ogenschijnlijk geen vlieg kwaad doet. Hij vindt het leuk visnetten te knopen terwijl hij TV kijkt, knuffelt Nan dagelijks van top tot teen (in het nette hoor) en hanteert met liefde de fles voor Moulin; de huisbaby waarvan pa Poe en moe Noe voor een tijdje naar Bangkok zijn vertrokken. Bovendien spreekt Wiet nog steeds met twee woorden zijn moeder aan.
In die anders zo rustige geest van Wiet huist dus een tyfoon die in staat is te doden. Gelukkig maar; ik heb geen zin als rat op te treden. Overigens is Wiet niet de enige van de familie die goed overweg kan met ongedierte. Twee dagen later is Lay (de 11-jarige zoon van Jam; mijn verloofde) zo aardig een schorpioen het huis uit te vegen. En de dag erop werpt Jam zich op ‘as a natural born killer’. Die actie houden jullie nog even te goed, maar maak je niet ongerust; Fred en ik lopen geen enkel gevaar tussen de slangen, ratten en schorpioenen. Sterker; het zijn juist die onderkruipsels die moeten maken dat ze wegkomen om hun hachje te redden.
‘Oi Oi Oi’
Ik zit op het gemak achter mijn laptop als ik vanuit de woonkamer Wiet ‘Oi oi!’ hoor roepen. Ik steek snel mijn neus om de hoek en zie nog net het staartpuntje van een groene wurgslang de keuken verlaten. Uitleg. De huizen in Isaan kennen nogal een open bouw om de wind vrij spel te geven; dat ventileert lekker. Maar daardoor zit er wel enige ruimte tussen bijvoorbeeld de keukenmuur en de dakrand. Een beetje slang kan dus zo naar binnen plus buiten glippen en dat gebeurt ook regelmatig. Hm, ik ben qua afmetingen waarschijnlijk geen natuurlijke prooi voor deze groene jongen reken ik snel uit. Toch kruip ik iets minder ontspannen weer achter het scherm.
Bewusteloze moordenaar
Weer klinkt er ge-oi oi. Maar nu is het de hulpkreet van een falang; broer Fred. In twee stappen ben ik in de woonkamer en zie nog net hoe Wiet (zonder krukken!) met een lange stok de kamer binnen stormt en met in een soepele beweging dezelfde groene wurgslang van een uur geleden als een punaise op de muur drukt. Het beest hangt ondersteboven aan de dakrand, versiert voor een deel de binnenmuur en heeft zich rond een rat gekruld die al een beetje reutelt. Maar vandaag heeft de knager mazzel, want Wiet drukt en drukt net zo hard totdat de slang zijn prooi los laat. De rat valt op de grond, kijkt verbaasd om zich heen en zet het op een lopen. Nog net voor Fred – die is ook al in een sportief drafje op weg naar de voordeur – verlaat hij het huis. Wiet wandelt na het vluchtende duo rustig met stok en slang – er staat geen wurgslang op het menu vandaag, maar andere Thai eten die beesten gewoon op – naar buiten en smijt de bewusteloze moordenaar in de struiken achter het huis. Die moet voortaan op zoek naar een ander adresje.